Vreemdelingschap 3

Afscheid nemen van vreemdelingschap
De laatste fase van mijn reis is aangebroken. De laatste afspraken en zo vaak mogelijk even tijd nemen om een kopje koffie te gaan drinken met mijn moeder. Dit blijft altijd de moeilijkste gedeelte van enige reis. Er komt altijd weer dat moment van weggaan . Niet weten wanneer je elkaar weer gaat zien. Het leven is een reeks van momenten van afscheid nemen. Nieuwe dingen worden met de tijd oude dingen, en dan komt het moment  afscheid nemen van oude dingen. Niemand van ons is ons leven zeker. Niemand van ons weet wat echt in de toekomst voor ons is weggelegd. Onze leven en toekomst ligt in de handen van God onze hemelse Vader, Hij biedt zekerheid dat over de dood zich uitstrekt. Er is een leven na de dood, een leven in heerlijkheid waarin wij de Vader en Zijn Zoon Jezus mogen ontmoeten van aangezicht tot aangezicht. Dat moment dat we elkaar in de ogen mogen kijken. Wat een dag zal dat zijn. Daar verlang ik naar met heel mijn hart
Voor het leven hier blijft het de uitdaging om te leven met de rechte prioriteiten. Want alles wat nu nieuw en dringend kunnen zijn is ook aan tijd onderhevig, en komt er weer het moment van afscheid nemen.
In de dagen voor zijn kruisiging heeft Jezus zijn discipelen voorbereid op zijn afscheid: “Jullie moeten je niet zo laten verontrusten. Jullie geloven in God; geloof zo ook in Mij! In het huis van mijn Vader zijn vele woningen want Ik ga heen om voor je plaats te bereiden” Joh 14:1,2. Zij waren verdrietig met het oog op het onbekende van zijn vertrek. Afscheid nemen blijft moeilijk. Het word deel van je leven. De laatste momenten met mijn moeder samen, in het tehuis waar ze nu zit. Werd ik geconfronteerd met de vraag. Hoeveel keer moest zij in haar leven afscheid nemen. Afscheid nemen van haar jeugdvriendje, mijn vader na meer dan zestig jaar samen. Afscheid nemen van zo veel vrienden en kennissen door de jaren heen. Telkens weer nemen we afscheid. niet zeker wetende of we elkaar hier ooit weer hier mogen zien. Wel echter afscheid nemen in de zekerheid en de wetenschap dat we elkaar weer zullen ontmoeten, herkennen en zien in het Vaderhuis als deel van Zijn gezin. Geen vreemdeling meer! Want het is volbracht door Jezus aan het kruis! “Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God.’ Ef.2:19

Vreemdelingschap 2

Ik betrap me er steeds op, bij een stoeprand staan en dan de verkeerde kant uikijk en bijna voor aankomende verkeer instap. Dat heeft te maken met rechts verkeer. Ik weet het allemaal, ik ben in Zuid Afrika opgegroeid. Het is ingestampt vanaf mijn kinderjaren op de basis school “Links rechts en dan weer links.” Maar na dertig jaar Nederland moest ik leren om anders met het verkeer om te gaan. Nu hier in Zuid Afrika heb ik de Nederlandse aangeleerde verkeersregels veel sterker voor ogen. Men moet toch in het verkeer bijna on nadenkend handelen. Dat vond ik in het begin heel erg moeilijk in Nederland. Heel vaak van de stoeprand gestapt recht voor een fiets in. Nu weet ik het wel beter. Op gelijke wijzen moeten onze Christelijke leven en waarden patronen ook vast gelegd worden. We zijn burgers geworden van een nieuwe Koninkrijk met nieuwe normen en waarden. We zijn geen vreemdelingen meer. We moeten het nieuwe leven in Gods Koninkrijk onszelf aanleren en het ook instampen. Daarom proclameren we heel vaak in de kerk; wie God zegt dat ik ben. Hierdoor kunnen we de stemmen in ons hoofd en de oude patronen doorbreken. Paulus zegt: “U bent dus niet langer vreemdelingen die geen rechten hebben, maar medeburgers van het volk van God, leden van zijn familie. U staat gebouwd op de fundering die gelegd is door de apostelen en de profeten; de hoeksteen is Christus Jezus zelf.” Ef.2:19,20. Als we enigszins zouden terugkeren naar oude gedachtenpatronen, of oude gewoonten. Zou het voor ons even vreemd, en confronterend moeten zijn als mijn beleving hier in het verkeer. In heel veel landen worden de mensenrechten met de voeten getreden, ben je rechteloos. Gods beloften voor ons is dat we als deel van Zijn Koninkrijk, als huisgezin van God rechten hebben. Als Zijn kinderen zijn we niet rechteloos. Het is een enorme voorrecht om kind van God te zijn. Ongelovigen staat vaak machteloos voor de raadselen van het leven. Wij maken echter deel uit van een nieuwe koninkrijk Zo heeft God in het verleden de rechteloze Jozef in Egypte gebruikt om een hele volk te zegenen. Ook Daniel was in de ogen van de wereld staatloos, hij werd de machtigste in Babylon. Wij hebben een burgerschap niet van deze wereld maar van het Koninkrijk van het Licht en van de wereld die komt, en leven als ambassadeurs van het nieuwe Koninkrijk dat komt in de wereld van vandaag.

Vreemdelingschap

Het regende toen ik hier aankwam. Johannesburg was helemaal overdekt. Het was een hele lange nacht.
ik zat op een stoel met een uitgezeten kussen. Stij met zere bilspieren liep ik Johannesburg luchthaven binnen. Ik vind het warm mensen om me hee doen jassen aan. Dan lange rijen voor de douane. Hier wam ik Heidi Baker en Haar man Roland tegen. Zij leiden Iris Ministries in Mosambiek. Duizende weeskinderen gevenzij onderdak en een voedingsprogramma voor vele daklozen.. Trin in Nederland heeft heel veel moeite gedaan om een boot voor hen te kopen zodat zij operaties kunnen uitvor=eren. Hazelippen enn staaroperaties op een boot. Vier artsen uit Ameriak hebben al ingewilligt om te komen helpen. Nu even een paar woorden in de voorbijgaan en dan naar de huur auto. Het regend pijpestelen als ik de weg op gaan naar Johannesburg. Alles lijkt weer anders door de regen. Het is even wennen om rechts te rijden.Dan komt de emoties weer naar boven. Vreemdeling zijn. Het is zo vertrouwd en toch weer elke keer vreemd. Gesproken met mijn zus en zwager vertrouwd dan praten zij over dingen die het afgelopen week het nieuws domineerde in Zuid Afrika. Ik weet er niets van. Het Catshuis overleg zegt hen helemaal n iets. Ze kunnen niet geloven dat we praten over de NS die niet goed functioneerde. Dan naar mijn moeder, een vreemde plaats., een kamer, niets meer van haar meubels. Al het bekende uit haar omgeving is nu weg. Een mooi kamer een bedsprei een nieuwe woning.Sedert de beroerte heb ik haar niet gezien. Behoorlijk emotioneel is onze ontmoeting. Het is goed samen te huilen. Vreemde mensen om haar heen. :ieve verzorging. Steeds komt het vreemdelingschap zo naar voren. Mijn thuisland, maar ik mis een zekere aansluiting, weer voel ik die vreemdelingschap. Dat beleef ik ook ieder jaar in Nederland met Sinterklaas. Steeds meer ontdek ik wat het betekend. We zijn bijwoners op aarde, onze burgerschap is in de hemel. Hebr 11:13″In dat geloof zijn deze allen gestorven, zonder de beloften verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en begroet, en zij hebben beleden, dat zij vreemdelingen en bijwoners waren op aarde.” Altijd zullen we het houden een gevoel van vreemdelingschap totdat ook ons lichaam veranderd zal worden en wij een euwige huis ontvangen.

De Gemeente 4

In Nederland zijn er allerlei soorten gemeenten te vinden. Vele mensen hebben ook hun eigen voorkeur voor een gemeente en bij wie ze horen en bij niet. De gemeente is echter niet een uitvindsel van ons als mensen. God heeft een hele duidelijke plan en strategie voor de gemeente. Zoals David de tempelbouw voor zijn zoon heeft voorbereid zo heeft God de Vader in Christus Jezus ook de voorbereidingen getroffen voor de bouw van de gemeente een geestelijk huis. Het allerbelangrijkst van gemeente zijn is luisteren naar het Woord van God om zijn inzettingen te doen en luisteren naar de Stem van God. Elke persoon is uniek er zijn geen twee mensen die gelijk zijn. Elke mens heeft zijn eigen gaven en talenten. Zo geloof ik ook dat elke gemeente uniek is. Elke gemeente draagt iets van de DNA van Christus en heeft een eigen identiteit en een eigen doel door de Here God zelf bepaald. Het is daarom niet ons ijver, niet onze inzet niet onze goede werken maar het is de Here die door Zijn Heilige Geest de gemeente moet bouwen. “Als de HERE het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan; als de HERE de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter.” Ps127:1 De hoeksteen van de gemeente is Jezus Christus. Juist in de paastijd gedenken wij dat de steen door de bouwlieden veracht is de hoeksteen geworden.  Hij heeft ook beloofd voor zijn dood aan het kruis “Ik zal mijn gemeente bouwen en de poorten van de dodenrijk zal haar niet overweldigen.” Mat 16. Daarom blijft het ons lied en gebed. Bouw uw Kerk O Heer. Geef ons de wijsheid in deze tijd om de mensen te bereiken die u op oog heeft.

God houd van Feesten

“Driemaal per jaar zult gij Mij een feest houden” (Exodus 23:14.)

Sommige mensen vragen zich af of hier een zelfstandig naamwoord
of een werkwoord wordt bedoeld. Maar je kunt “feesten” in beide
betekenissen gebruiken. We zullen volgens de Bijbel, drie maal per
jaar een feest houden, of feesten, het komt beide op hetzelfde
neer. Welke drie feesten bedoelt God hier? Pasen, Pinksteren
en..Loofhuttenfeest, niet kerstfeest zoals sommigen dachten. Er
is een Joodse schrijver, Herman Wouk, die schrijft:”Je kunt
veertig boeken over Israel lezen, en dan weet je eigenlijk nog
niets over het Jodendom. Maar als je eenmaal een jaar lang alle
Joodse feesten meemaakt, dan begrijp je pas wat vreugde is.” De
Joden hebben geen catechismus, zoals wij die kennen in de kerk.
Zij hebben feesten, en in die feesten toont God iets van zijn
karakter.

Er is een rabbijn geweest die gezegd heeft als je nog nooit
tijdens het Loofhuttenfeest in Jeruzalem bent geweest, weet je
niet wat echte vreugde is! Weet u waarom de Joden feestvieren? Om
God beter te leren kennen. Ik heb in de afgelopen tijd de klem
gelegd in prediking op Gods vaderschap en het kennen van God. Als
we op de juiste manier naar Jezus zien, zouden we Hem willen
omarmen, maar velen hebben een verwrongen idee over God de
Vader. Ze zijn bang voor Hem. Ze denken dat Hij streng, heilig en
Ver weg is. Ze denken dat je van God niets mag, dat Hij streng en
ongenaakbaar is. Ze kunnen zich nauwelijks voorstellen dat God
het fijn vindt dat we feestvieren, dat je blij mag zijn in de
kerk en mag lachen. In de tekst staat: driemaal per jaar zult gij
voor Mij een feest vieren; “chak Adonai”, voor de Heer. Ik weet
niet of u zo ’n God kent. Een God die het heerlijk vindt om feest
te vieren. In de Franse vertaling staat: de gezegende God en
Vader weergegeven met: “Le Dieu bien heureux”, de zeer gelukkige
God. Kunt u zich dat voorstellen, dat God gelukkig is, in plaats
van streng? Ik denk dat daarom veel mensen afhaken, omdat ze een
verkeerde blik op God hebben. Maar God is een blijde God.

De eerste reden waarom God wil dat we feestvieren:

OM ONS TE BESCHERMEN
In Exodus  34:23 staat dat ieder van het manlijke geslacht
voor het aangezicht van de Heer zal verschijnen en dat God dan
zal zorgen voor het land dat achterblijft,”niemand zal uw land
begeren”. God zegt: “weest niet bang. Ik blijft achter in je land
als oppas. Ga nou maar, laat maar los.” Vergeet van al je
moeilijkheden, hoe kan dat zegt u, mijn bedrijf, of ik ben
ongeneeslijk ziek. Of: mijn huwelijk staat op springen. Of, de
situatie thuis met de kinderen is eigenlijk zo moeilijk en zwaar.
Ik heb diep in mijn hart die pijn, dat verdriet. Ik kan mijn
handen niet omhoog krijgen.
Maar God zegt, IK zal je land beschermen. Dat betekent: Ik weet
hoe je eruit ziet van binnen. Ik ken al je gevoelens. God gaat
naast je staan en zegt: wil je het nu alles aan Mij geven, leg
het nu eens in mijn handen. Ik wil je beschermen, en ik zou het
zo machtig mooi vinden als je ging feesten en alles achter je
liet. “De vreugde des Heren is onze toevlucht” zegt Nehemia.
Vlucht in Gods vreugde.

De tweede rede waarom God wil dat we feestvieren:

OM NA TE DENKEN
In Deuteronomium 16:2 wordt het Pascha ingesteld, en God zegt
daarbij dat ze daardoor de uittocht uit Egypte zullen gedenken.
Pesach is het  feest van het gedenken van de uittocht  uit
Egypte, de doortocht door de woestijn, en de intocht in het
beloofde land. En wij kunnen daaraan toevoegen: het verder
trekken tot de tijd dat de Heer zal zijn “alles in allen”. Van wat
je hoort, onthoud je ongeveer dertig procent, van wat je hoort e’n
ziet vijftig procent, en wat je hoort e’n ziet e’n doet 75 procent.
God is een wijze God. Als je gaat feesten geeft Hij je iets om te
horen, zoals bijvoorbeeld het machtige verhaal van bevrijding en
vernieuwing. Hij geeft je iets om naar te kijken. Daar was van
alles bij betrokken , bloemen, mierikswortels, die de bitterheid
van Egypte vertolkten en vele andere zaken. Maar je mag ook iets
doen. Je mag dansen. Ik heb eens bij de Klaagmuur een Joodse man
tijdens het feest op zijn handen zien staan, terwijl hij klapte
met zijn voeten. Zo een uitbundige zaak is het feest voor de
Here. En dat terwijl Israël alleen nog maar de wet kent. Toch
zijn ze ongelooflijk blij. Als je de Here Jezus kent, zou het er
helemaal uit moeten barsten. God is een goede psycholoog, die ons
met onze hele persoonlijkheid wil betrekking bij het feest.
Bij het Loofhuttenfeest mag je wuiven met takken. De tak van de
mirt, de wilg en de palm. Die zijn samengebonden en je mag er aan
ruiken. En tegelijk moet je ook de stilte zoeken. Mijn ziel keert
zich stil tot God, van Hem is mijn Heil. Enerzijds overdenken.
Anderzijds praten over de grote daden die de Heer aan je ziel
gedaan heeft.
Zulke momenten zijn ontzettend belangrijk. In deze dagen van het
feest moet je je zegeningen tellen. En dan zul je ontdekken dat
de Here goed geweest is, dat Hij vergeeft en geneest. En dat Hij
de wereld terugbrengt tot zijn uiteindelijke oorsprong, het
paradijs.
De derde reden waarom God wil dat we feestvieren:

OM DE HERE TE LEREN VREZEN
In Deut. 14:22 staat dat we de tienden zullen brengen bij de
Here, en dat we van die tienden een feest zullen maken voor de
Heer. WE zullen eten en drinken en ons verheugen met ons
huisgezin (vs. 26), opdat Gij de Here uw God, uw leven lang zult
vrezen. Opnieuw zien we dat God geen strenge God is die met z’n
vuist op tafel slaat, zodat we Hem zouden vrezen. Integendeel,
Hij moedigt ons aan een feest te vieren. Als je je best hebt
gedaan voor het werk van de Here en de zending dan mag je ook
feestvieren.

Wat u dat van alle 613 geboden uit de Torah de rabbijnen het
aller-moeilijkste gebod vinden, dat men zeven dagen feest moeten
vieren en blij moet zijn. Zeven dagen lang je gevoelens je wil
opleggen, da’t is heel moeilijk. Bij de Pesach-maaltijd drinken ze
vier bekers wijn. En sommige rabbijnen werden daar misschien wat
duizelig van, de enige reden dat dit toegestaan werd, was dat ze
vreugde konden bedrijven in de Heer, en dat gold als een
uitdrukkelijk gebod bij alle feesten.

Bij het Pinksterfeest staat dat erbij; dat zij blij moesten zijn,
en bij het Loofhuttenfeest staat het tot driemaal toe: “Weest
blij, wees vrolijk en wees waarachtig vrolijk.” Peter van Woerden,
de neef van Corrie ten Boom ging met een groep Zwitsers naar het
Loofhuttenfeest. Hij zei op de vooravond van het feest: “Als je
nog wat te huilen heb, moet je het nu doen, want morgen kan het
niet meer.”

DE blijdschap was er al in het Oude Testament, maar in het Nieuwe
Testament zegt Paulus dat we “te alle tijde” blij moeten zijn.
Dat is niet zeven of acht dagen tijdens een feest, maar altijd,
ook wanneer we naar kerk gaan,altijd omdat we onze wensen met
dankzegging bekend mogen maken bij God. Tante Corrie ten Boom zei
altijd :”Niet janken maar danken”. Jezus heeft gebeden: laat hun
blijdschap volkomen zijn.

Wordt vervolgt

De Gemeente 3

Wie het boek Openbaringen leest, valt van de ene verbazing in de ander. We worden geconfronteerd met een aanbidding zo intens,  alles God looft die op de troon zit en het Lam. Het is een aangrijpende gezicht of visioen dat Johannes meemaakt. Lofliederen en aanbidding wisselen zich af met beelden van God overwinning in de toekomst. Dan komt er dat  geweldige moment in de toekomst een loflied over de Koningschap van onze God en de bruiloft van het Lam.  De bruid heeft haar gereed gemaakt haar jurk is voltooi, prachtige lichtgevende linnen, het straalt aan alle kanten, het weerspiegeld de heerlijkheid van de Vader en van de Zoon. De heerlijkheid van de hemel en van de schepping zoals het was voordat dood en ziekte, zonde en verval de wereld binnenkwam. Een heerlijkheid zo luisterrijk en geweldig dat Johannes moeite heeft woorden te vinden om het te omschrijven. Zo overweldigend is het  dat Johannes wilt  neervallen  in aanbidding voor de verteller. De bruidsjurk is versierd met de werken en de resultaat van de gemeente, de kerk op aarde. Johannes is er helemaal overweldigd door. Als we dat gewaad  herkennen als resultaat van alles wat we doen in de gemeente. Dan gaat het ons verstand en begrip te boven. Zo spreekt Paulus ook over ons bestemming als individuen maar ook als gemeente – bestemd om goede daden te doen die God van te voren bereid heeft. De daden als versiering van het bruid van het Lam.
Wat een geweldige beeld! De vijand van God en de aanklager probeert ons constant te vernederen en terug te houden en kleinerend te spreken over elkaar en over de kerk in het algemeen. Johannes zag het resultaat van gemeente zijn en werd met ontzag vervuld.

De Gemeente 2

De Gemeente is Gods plan van hoop van de wereld. De gemeente van Jezus Christus is zo uniek  zo bijzonder dat de Engelen vanaf het begin van de wereld ernaar hebben verlangt om te mogen ontdekken wat God echt van plan is. “Nu is de heilige Geest uit de hemel gezonden, en uit zijn kracht hebben de verkondigers van het grote nieuws u geheimen bekendgemaakt waar zelfs de engelen graag in zouden doordringen.”1Pet 1:12 De gemeente is zo bijzonder, het is een bouwwerk van de Heilige Geest.  Als mensen verlangen wij altijd om grip te krijgen op alle dingen. We verlangen ernaar om dingen te begrijpen. Als we dan weten hoe iets werkt dan denken we ook dat we het kunnen beheersen. De Bijbel spreekt over de gemeente als een bouwwerk die gebouwd worden met levende stenen. Zo je moet het gaan zien als iets dat steeds veranderd. Die niet aan vaste wetten en maten gebonden zijn. De gemeente is als een schilderij die de veelkleurige wijsheid van God moet uitstralen. Een levende organisme, de gemeente heet een organisatie maar is niet een menselijke organisatie. Jezus zelf geeft gaven aan zijn gemeente en de Heilige Geest spreekt voortdurend. Paulus schrijft dat alles wat hij wist heeft hij door openbaring ontvangen. De Gemeente is en blijft altijd bovennatuurlijk. Dit is ook juist de reden waarom er zoveel kerken zijn, als mensen willen we op alles invloed uitoefen en het naar ons toetrekken. Dat zal ons nooit gelukken. Daarom is het ook Jezus zelf die zijn gemeente bouwt. De poorten van de dodenrijk zal haar nooit overweldigen! Jezus komt terug voor een stralende bruid zonder vlek of rimpel. De kerk van Jezus aan het eind van de tijden zal dus veel mooier veel glorieuzer zijn dan op enige andere tijd van de geschiedenis.
Deze gedachten doet mijn hele wezen opspringen van blijdschap, maar ik vind het ook spannend om in gehoorzaamheid de weg te gaan die de Heilige Geest voor ons in petto heeft.

De Gemeente

God heeft een hele duidelijke plan en strategie voor de gemeente. Zoals David de tempelbouw voor zijn zoon heeft voorbereid zo heeft God de Vader in Christus Jezus ook de voorbereidingen getroffen voor de bouw van de gemeente een geestelijk huis. De Efeze brief noemt de gemeente een bouwwerk van God in de Geest, en noemt de gaven die God gegeven heeft aan de gemeente.  “Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars,  om de heiligen toe te rusten tot dienstwerk, de opbouw van het lichaam van Christus”. Ef.4:11,12. Het gaat in de gemeente om de gelovigen de heiligen die toergerust moet worden om de gemeente de bouwen. Gemeente opbouw heeft ook iets bovennatuurlijk. Zodra we denken dat doe ik maar eens dan valt dat enorm tegen. We hebben de bovennatuurlijke kracht en leiding van de Heilige Geest nodig om te ontdekken hoe iedereen in  de gemeente gevoegd moet worden. Wat er dan bovenop nog bijkomt is dat God de Gemeente wilt gebruiken om indruk te maken op de wereld. Niet alleen de wereld maar ook de geestelijke machten in de hemelse gewesten. “Opdat thans door middel van de gemeente aan de overheden en de machten in de hemelse gewesten de veelkleurige wijsheid Gods bekend zou worden”Ef 3:10 De gemeente ligt heel na aan Gods hart. Daarom moeten we bidden om wijsheid en openbaring om Gods plannen te kunnen begrijpen. Wanneer we naar oude testament kijken zie we dat Salomo de tempel gebouwd heeft zonder dat daar het geluid van een hamer was. Alle stenen werden voorbereid en op afstand gereedgemaakt om in te passen in de bouwwerk. 1 Kon 6:7. Dit gebouw was zo totaal anders dan enige dat daarvoor of daarna gebouwd werd. Zo is ook de gemeente een bouwwerk van God. Als mensen denken we soms dat we het beter weet dan de opdrachtgever. Hiervoor worden we ook gewaarschuwd in de schrift. Indien de Here het huis niet bouwt tevergeefs werken de arbeiders.

Geestelijke Erfenis 4

Heel veel mensen leven in onkunde over geestelijke principes. God heeft een orde geschapen in de schepping, door onze westerse samenleving zijn we de beginselen van Gods principes kwijtgeraakt. De heersende gedachte is dat feiten het leven bepaald. Dat is hoegenaamd niet waar, woorden bepalen voor de grootste mate het leven van mensen. De Bijbel leert ons dat de schepping door Woorden is ontstaan. Dat God sprak en dat door de woorden die Hij sprak is het zichtbare ontstaan uit het niet of (on) zichtbare.  Het leven van de gelovige word dus niet beheerst door het zichtbare maar juist door – ‘de woorden van God’. Daarom is het zo belangrijk dat we van God moeten horen. Dat we Gods plannen voor onze leven moeten ontdekken. En in geloof stappen zetten om hierin  te wandelen. Daarom is het Profetische Woord zo belangrijk. De afgelopen weken hebben we op de maandagavonden steeds mensen in onze midden gehad met profetische gaven. Zij spraken woorden van God over mensen en gaven Woorden van God door. Deze woorden spreken over Gods plannen en gedachten voor elke mens. Abraham de Vader van alle gelovigen heeft eerst de woorden van belofte van de Here God ontvangen, hij geloofde die woorden en het werd hem tot gerechtigheid gerekend. Daarna kreeg hij ook zichtbare tekenen om aan vast te houden. God sprak; ‘Ik zal je zegenen en een groot volk maken.’ Abraham trok in geloof weg en daarna gaf God het opdracht, ‘Abraham kijk naar de sterren en tel de sterren.’ Abraham kreeg het opdracht om niet naar de omstandigheden te kijken maar er bovenuit, naar de sterren.  Als gemeente hebben we een woord voor dit jaar ontvangen. “Geen Woord dat van God komt zal krachteloos wezen”. Geloof het Woord, heft je hoofd omhoog, kijk naar de sterren. Als jong kind heb een klein Engelse gedichtje geleerd mij enorm aangesproken. “To low they seek, that seek below the stars.”
Deze is door vele jaren moeilijke tijden mij steeds bijgebleven.
Zie ook Woorden hebben kracht!

Geestelijke Erfenis 3

Als kinderen van God delen we in een geestelijke erfenis. Er is een rijke geestelijke erfenis voor ons weggelegd in Christus Jezus. Deze erfenis ontvangen we door het geloof. Zoals het volk van God een erfenis was toegezegd door de Here God. Een belofte dat zij een beloofde land mogen ontvangen en voor elke familie was daar een deel en ook huizen gereed. Zo komt ook in het nieuwe Testament een geestelijke erfenis die ons deel is. Jezus heeft het nog eens beklemtoond voordat hij stierf.
“Uw hart worde niet ontroerd geloof in God geloof ook in mij in het huis van mijn vader zijn er vele woningen ik ga heen om voor u plaats te bereiden en indien ik heengegaan ben kom ik weder opdat ook u zijn mogen waar ik ben.” Dit is de geestelijke erfenis die wij als kinderen van God mogen ontvangen. Wij hebben ook een natuurlijke erfenis, dat zijn de zaken vanuit onze familie en hun verleden die we ook ontvangen. Zelfs bij de geboorte van een kind word er al gelijk gesproek over de natuurlijke erfenis. Bij een baby wordt gelijk gekeken op wie het lijk. Zo kunnen ook erfelijke ziekten doorgegeven worden. We krijgen families waar vaak geleden worden onder dezelfde kwalen door de geslachten heen. Een duivelse erfenis. We mogen altijd een erfenis weigeren of aannemen. De geestelijke erfenis van Israel ontvingen zij door erop te gaan staan. Elke plaats dat je je voet zet zal van je zijn. Zo zijn er de beloften van God waarop wij mogen gaan staan. Wij mogen op Gods genade en beloften gaan staan.
Waar staat u vandaag, midden in het oude leven van uw oude vleselijke natuur, of in de geestelijke beloften God voor ons heeft voorbereid.