Vorig week terwijl ik les gaf op de Bijbelschool Christformation werd ik getroffen door wat voor beeld de studenten hadden van God. Ik was bezig om de grote lijnen van de Boeken Samuël, Koningen en Kronieken met ze te behandelen en sprak over de voortgaande openbaring. Ineens kwamen we op godsbeelden. Onze blik op de Bijbelse verhalen en achtergrond wordt vaak bepaald door onze cultuur of kerkcultuur. Mijn vraag aan de studenten was, wat is nu de aller eerste wat God gezegd had toen Mozes Hem vroeg om Gods heerlijkheid te zien? Veel en verschillende antwoorden kwamen vanuit de groep naar voren. De meest kenmerkende was. “Een mens kan God zien, hij zal zekerlijk sterven.” Opvallend was vooral het negatieve en afhoudende beeld van God de Vader. Afgelopen zondag dacht ik dat ik maar eens dezelfde vraag tijdens de kerkdienst te stellen. Weer werd hetzelfde antwoord gegeven. Een Godsbeeld bepaald door de ‘kerk’ cultuur. Een halve waarheid. Het allereerst wat God tegen Mozes gezegd heeft, “Ik zal in mijn goedheid aan u voorbijgaan en in uw bijzijn de naam HERE uitroepen. Want Ik schenk genade aan wie Ik wil en barmhartigheid aan wie Ik wil.”Ex.33:19 De NBG vertaling maakt er luister van. Later word er bijgevoegd dat God wel zegt dat geen mens hem kan zien en in leven blijven, maar de goedheid van God gaat voorop. Gods goedheid is het kenmerkt in het Oude Testament die altijd doorklonk in de liederen. Het meest gezonden lied door geheel het Oude Testament heen bleef steeds de welbekende lied. “Looft de HERE, want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.” Psalm 136. Gods goedheid is dus een wezenskenmerk of in de karakter van God en zal nooit, nooit veranderen. Indien we een beeld hebben waarin wij afdoen van wie en hoe God zich werkelijk geopenbaard heeft in het verleden dan zitten we met een af – beeld van God.
Het allereerst wat God zag in zijn relatie met de mens en de schepping was dat het goed was. Na de schepping van de mens zei Hij, het was zeer goed. De goede God is diegenen die in Jezus Zijn Zoon voor ons een weg gebaand heeft om zijn Goedheid weer te ervaren en te mogen leven voor Zijn aangezicht.