Geloof 4

Blijven geloven , als je het niet meer zien zitten. Paulus heeft heel veel meegemaakt en werd telkens weer geconfronteerd met enorme uitdagingen. Uitdagingen die hij in geloof tegemoet trad. Een definitie van geloof vinden we in Hebreeën 11:1. “Geloof nu is de zekerheid van de dingen die we hopen het bewijs van de dingen die we (nog) niet zien.” Zo werden de discipelen ook uitgedaagd om nu juist meer te geloven. Jezus was veertig dagen in hun midden en heeft met hen gesproken over alles wat het koninkrijk God aangaat. Daarna werd hij voor hun ogen opgenomen in de hemel op een wolk. Zijn belofte was om te blijven wachten in Jeruzalem op kracht uit de hoogte. Of in moderne Nederlands. Zij moesten wachten op hemelse kracht. Die hemelse kracht zal uit de blote hemel op ze komen. Kracht is niet zichtbaar, je kan wel de uitwerking van kracht zien, het is meetbaar maar je kan het niet zien. Zo werden de volgelingen van Jezus uitgedaagd om te gaan geloven in bovennatuurlijke kracht. Hemelse kracht die hun zou dragen en sterken. Deze kracht was de belofte van de Vader die de Kerk van Jezus op aarde zou bouwen. Er was geen zekerheid van deze kracht. Vanaf de hemelvaart van Jezus waren zij gericht in geloof op de kracht van God die komen zou. Deze kracht heeft hun, geconfronteerd met de aller-moeilijkste situaties, staande gehouden. Deze zelfde kracht is er ook voor ons. Ook wij moeten geloven wanneer we het niet zien – of niet meer zien zitten. Geloof is de zekerheid dat God de Vader zal voorzien waar wij krachteloos zijn.