Jakob was weggevlucht van zijn ouderlijk huis omdat zijn broer hem wilde doden. Zo was hij onderweg naar Haran. Terwijl hij opreis was werd het donker en ging hij overnachten. Terwijl hij sliep had hij een droom en zag de hemel open en de Here God zittende op de troon in de hemel. Er was een grote trap omhoog vanaf de plaats waar hij sliep en de engelen van God waren bezig om naar boven en naar beneden te bewegen op die trap. God sprak met Jakob en deelde zijn belofte met de grootvader van Jakob Abraham. God zei “Jakob deze belofte is ook voor jou.”
Dit verhaal was altijd voor mij het verhaal van de droom van Jakob, totdat ik het echt ging studeren en ontdekte dat het God was die zijn eigen droom voor Abraham, Izaak en jakob deelde met Jakob. Het was niet alleen een droom over hen maar over alle volkeren en alle geslachten van de aarde. Als ik het goed leest gaat het er om dat God alle volkeren en hun kinderen wil zegenen en de afstammelingen van Israël ervoor wilt gebruiken! Dat houdt ook een belofte en een zegen in voor ons. Iets van dit geluid klinkt door in
Psalm 67
1 Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een psalm, een lied.
2 God, wees ons genadig en zegen ons,
laat het licht van uw gelaat over ons schijnen, sela
3 dan zal men op aarde uw weg leren kennen,
in heel de wereld uw reddende kracht.
4 Dat de volken u loven, God,
dat alle volken u loven.
5 Laten de naties juichen van vreugde,
want u bestuurt de volken rechtvaardig
en regeert over de landen op aarde. sela
6 Dat de volken u loven, God,
dat alle volken u loven.
7 De aarde heeft een rijke oogst gegeven,
God, onze God, zegent ons.
8 Moge God ons blijven zegenen,
zodat men ontzag voor hem heeft
tot aan de einden der aarde.
Verder doordenkend maakte het een enorme verlangen bij mij los dat ook bij ons in de gemeente een plaats zal zijn waar mensen weer gaan dromen; en dat God zijn eigen droom voor de volkeren en voor de personen zelf in hun harten kan leggen.