Het begin van een nieuwe jaar. Zeven jaar en twee weken geleden was volgens de Maya kalender het einde van de wereld. Op de televisie en radio hoor je journalisten terugkijken naar het oude jaar. Overal is vuurwerk verkoop begonnen. “De mens wikt maar God beschikt” luid een oude spreuk, hoe moten we als gelovigen omgaan met de jaarwisseling. Wat brengt ons het nieuwe jaar? Economische malaise of verbetering.
Onze hemelse Vader is het enige die het einde kent en het begin. Hij overziet de tijden en gelegenheden. Daarom is het zo belangrijk om niet het hoofd te laten hangen bij al de negatieve berichten. Maar met hoop en verwachting het hoofd op te richten. Vele malen in de Bijbel spreekt de Psalmdichters ons ook aan heft je hoofd omhoog je redding komt dichterbij. Voor de kers hebben we als stilgestaan bij de preken voor de joodse christenen in moeilijke tijden. Houd je oog gericht op Jezus, de leidsman en voleinder van ons geloof. Vestig je oog alleen op Hem: De apostel en hogepriester van onze belijdenis. Deze was de centrale boodschap aan het eind van de eerste eeuw voor de christenen. Jezus Christus is heden en gisteren dezelfde tot in eeuwigheid. Hij was er al in het begin. Alle dingen heeft door Hem vorm gekregen. Hij zal er ook zijn aan het einde. Hij is onveranderd in Zijn liefde en in Zijn trouw.
Heel veel berichten over het einde van de wereld. De Maya kalender is afgelopen en zo werd het einde van de wereld voorspeld. De pers alsook radio en televisie gaf er heel veel aandacht aan. Zo waren er in het verleden ook allerlei voorspellingen geweest. Helaas ook vanuit Christelijke kringen dat het einde zou aanbreken. Het mooie van Gods woord is dat het niet spreekt over de einde van alle dingen, maar altijd over de “Dag van de HERE”. Het is een dag dat God het nieuwe zal inleiden en het nieuwe zal gepaard gaan met rekenschap afleggen hoe iedereen gehandeld heeft onder het oude. De Bijbel spreekt altijd over het oude en het nieuw als twee zaken die rug aan rug gelegen is. De Bijbel tekent ons geen doemscenarios maar spreekt steeds over het nieuwe van God dat zal doorbreken. Het nieuwe komt in de volheid van de tijd.
God houd een totaal ander kalender bij. Toen de tijd van het oude vol was heeft Hij zijn Zoon de wereld ingezonden om de nieuwe tijd in te leiden. De nieuwe tijd onder Immanuël, God onder ons totdat de tijd aanbreekt van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Juist daartoe is Gods Zoon de wereld binnengekomen om ons te bevrijden van alles wat ons verslaafd en aan de dood gekoppeld heeft.
Er komt altijd een einde aan alle dingen. Zo schrijft ook de prediker. Alleen bij de Vader in Zijn huis zal daar nooit een einde komen. Dan zullen tijd en eeuwigheid samen vallen, maar tot die tijd leven we met eindes. Tijdperken die voorbij gaan. Voor alles echter wat er voorbijgaat is er altijd een nieuw begin. Het is waar in het gewone leven maar het is vooral waar in het geestelijke leven. Het is niet altijd even makkelijk om de zin van alle gebeurtenissen te achterhalen. Het is alleen God die het einde weet van het begin Pred. 3:11. Wanneer we terugkijken naar het afgelopen jaar dan waar er hele verdrietige momenten maar ook hele mooie momenten van geboorten. Huwelijke die voltrokken waren en hele bijzondere gebedsverhoringen. Daar kunnen wij naar kijken en met heel ons hart de Here voor danken. Hij is en blijft de eeuwige die trouw is en blijft tot in alle eeuwigheden. “Jesus is gisteren, vandaag hetzelfde tot in eeuwigheid.”
De tekst die bj de uitstorting van de Heilige Geest op Pinksterdag centraal staat:
“En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouderen zullen dromen dromen: ja, zelfs op mijn dienstknechten en mijn dienstmaagden zal Ik in die dagen van mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed en vuur en rookwalm. De zon zal veranderen in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en doorluchtige dag des Heren komt. En het zal zijn, dat al wie de naam des Heren aanroept, behouden zal worden. Hand 2:17-20
En God zeide: Dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels om scheiding te maken tussen de dag en de nacht, en dat zij dienen tot aanwijzing zowel van vaste tijden als van dagen en jaren; (Genesis 1:14, NBG)
In dit vers komt het woord mo’adim voor het eerst voor in de Bijbel. Het wordt vertaald met vaste tijden (NBG), gezette tijden (SV), seizoenen/seasons (NBV, , KJV) of “om de feestdagen” aan te geven (GNB). God, die alles heeft geschapen (Kolossenzen 1:16), heeft de mens dus de zon, de maan en de sterren gegeven als een aanwijzing voor gezette tijden, voor dagen, maanden en jaren. En zoals dag en nacht elkaar afwisselen en zoals weken, maanden en jaren elkaar opvolgen, zo komen en gaan de door God op gezette tijden ingestelde Feesten (Leviticus 23).
In profetisch perspectief associëren rabbijnen zonsverduisteringen met gebeurtenissen in de wereld en maansverduisteringen met gebeurtenissen die het Joodse volk en – sinds 1948 – de staat Israël aangaan. Ik denk dat ze daarin gelijk hebben en dat God door zichtbare tekenen aan zon en maan onze aandacht vraagt voor iets dat Hij op het punt staat te gaan doen met Israël respectievelijk de heidenvolken.
Als een maansverduistering plaatsvindt bij volle maan – de schaduw van de aarde bedekt dan de maan –, dan krijgt de maan door het licht dat om de aarde heen komt een oranjerode kleur. Vandaar de term: bloedrode maan. In 2014 zijn twee totale maansverduisteringen te zien en in 2015 opnieuw twee bloedrode manen. Het is uitzonderlijk als in twee achtereenvolgende jaren tweemaal een bloedrode maan te zien is. Astronomen noemen dat een tetrad.
Wat deze tetrad nog meer bijzonder maakt is het feit dat elke bloedrode maan valt op een door God ingestelde Feestdag! Het betreft de eerste dag van het Pesachfeest (Exodus 12:1-18) respectievelijk de eerste dag van Sukkot ofwel het Loofhuttenfeest (Leviticus 23:33-34). Twee feesten die duidelijke voorboden zijn van wat komen gaat (Kolossenzen 2:16-17). Bij beide feesten kijkt Israël uit naar de komst van de Messias, het Lam van God, dat de zonde der wereld wegneemt.
Maansverduisteringen (bron: NASA website)
2014
15 april (14 Nisan 5774) – Pesach
8 oktober (15 Tisjri 5775) – Sukkot
2015
4 april (14 Nisan 5775) – Pesach
28 september (15 Tisjri 5776) – Sukkot
Naast de vier bloedrode manen zijn er in 2015 tevens twee zonsverduisteringen te zien. Zonsverduisteringen treden overigens alleen op tijdens nieuwe maan. Deze twee zonsverduisteringen vallen ook op twee bijzondere dagen, te weten op de eerste dag van het religieus Nieuwjaar (Exodus 12:2) respectievelijk op de eerste dag van het burgerlijk Nieuwjaar, Rosj HaSjana (Hoofd van het jaar), ook wel Jom HaSjofar (Dag van de Sjofar ) of Jom HaDiem (Dag van het Oordeel) genoemd (Leviticus 23:24, Numeri 29:1). Bij de Joodse jaartelling begint het nieuwe jaar dus met de maand Tisjri, wat de zevende maand is volgens de Thora.
Zonsverduisteringen (bron: NASA website)
2015
20 maart (1 Nisan 5775) – Nieuwjaar
13 september (1 Tisjri 5776) – Rosj HaSjana
Wat opvalt is dat alle door God ingestelde feestdagen worden gevierd rond de volle maansdagen, dus in het midden van de maand, behalve het religieus en het burgerlijk Nieuwjaar, die beide aanvangen bij nieuwe maan. Op de Joodse kalender begint, zoals gezegd, iedere nieuwe maand met de verschijning van een nieuwe maan, dat wil zeggen dat de maan dan precies tussen de aarde en de zon staat en alleen de schaduwkant van de maan te zien is. De maan is dus feitelijk niet te zien. Het zogenoemde asgrauwe licht is zonlicht, dat door de aarde naar de maan wordt gezonden en vervolgens door de maan weer naar de aarde wordt teruggekaatst en hier zichtbaar wordt. Dit licht is het best waarneembaar zo’n drie à vier dagen vóór en na nieuwe maan. Om die reden werd in vroegere tijden door het Sanhedrin de nieuwe maand pas geheiligd als twee getuigen hadden verklaard dat zij de nieuwe maan hadden gezien. Hoewel men dus wel kan inschatten wanneer het moment van de nieuwe maan daar is, weet niemand precies de dag noch het uur.
‘Meteen na de verschrikkingen van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van de Mensenzoon aankondigt, en alle stammen op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister. Dan zal Hij Zijn engelen uitzenden, en onder luid Sjofargeschal zullen zij zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere. Leer van de vijgenboom (Israël) deze les: zo gauw zijn takken uitlopen en in blad schieten, weet je dat de zomer in aantocht is. Zo moeten jullie ook weten, wanneer je dat alles ziet, dat het einde nabij is. Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker nog niet verdwenen zijn wanneer al die dingen gebeuren.Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar Mijn woorden zullen nooit verdwijnen. Niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen aanbreken, ook de hemelse engelen en de Zoon niet, alleen de Vader weet het.’(Mattheus 24:29-36)
Deze woorden van Jeshua krijgen nog meer impact als we ons realiseren dat Rosj HaSjana een dag van zelf-inkeer is, een dag waarop op de Sjofar wordt geblazen (Jom HaSjofar) ter herinnering aan Gods belofte dat Hij aan het einde der tijden Zijn volk zal terugbrengen naar het Beloofde Land, dat Hij de Messias zal zenden, dat de doden zullen opstaan, maar ook dat elk mens zal worden geoordeeld (Jom HaDiem).
‘Dan zal Ik tekenen geven aan de hemel en op aarde: bloed en vuur en zuilen van rook, de zon verandert in duisternis en de maan in bloed. Dan komt de dag van de HEER, groot en ontzagwekkend.’ (Joël 3:3-4)
In de afgelopen twee millennia zijn tot nu toe zeven tetrads geweest, die plaatsvonden op Bijbelse Feestdagen, namelijk in de jaren 162 en 163, 795 en 796, 842 en 843, 860 en 861, 1493 en 1494 en daarna pas weer in de twintigste eeuw, in 1949 en 1950 en 1967 en 1968. Bij die laatste twee tetrads staan we even stil.
Maansverduisteringen (bron: NASA website)
1949
13 april (14 Nisan 5709) – Pesach
7 oktober (15 Tisjri 5710) – Sukkot
1950
2 april (14 Nisan 5710) – Pesach
26 september (15 Tisjri 5711) – Sukkot
1967
24 april (14 Nisan 5727) – Pesach
18 oktober (15 Tisjri 5728) – Sukkot
1968
13 april (14 Nisan 5728) – Pesach
6 oktober (15 Tisjri 5729) – Sukkot
In 1948 was er overigens op de eerste dag van Pesach (23 april) en op de eerste dag van Sukkot (18 oktober) een gedeeltelijke maansverduistering te zien.
Rond de tijd dat die bloedrode manen aan de hemel stonden, vonden er voor het land Israël en het Joodse volk ingrijpende gebeurtenissen plaats. Allereerst de oprichting van de staat Israël op 14 mei 1948. Deze profetische gebeurtenis (Jesaja 66:8) was voor vijf Arabische landen aanleiding om de piepjonge staat Israël aan te vallen. Ondanks de enorme militaire overmacht van de Arabische coalitie, kwam Israël, met Gods hulp, op 10 maart 1949 als overwinnaar uit de Onafhankelijksoorlog; sterker en met veel meer grondgebied. Twee andere belangwekkende gebeurtenissen waren het aannemen van de Wet op de Terugkeer op 5 juli 1950 en de hereniging van Oost- en West-Jeruzalem op 7 juni 1967. Na negentien eeuwen was Jeruzalem weer in Joodse handen, overigens net als Judea en Samaria, de Sinaï, de Gazastrook en de Golanhoogte.
In het Joodse jaar 5775 zijn niet alleen twee bloedrode manen te zien op Sukkot (8 oktober 2014) respectievelijk Pesach (4 april 2015) en een zonsverduistering op de eerste dag van het religieus Nieuwjaar (20 maart 2015), maar het jaar 5775 is tevens een Sabbatsjaar (Leviticus 25:4-7). Het herinnert het volk Israël eraan dat, wanneer ze eenmaal (weer) in het Beloofde Land wonen, het land een aan God gewijde rust moet krijgen en dat Hij Zelf in hun noden zal voorzien.
Vanaf de oprichting van de staat Israël zijn dat dus drie tetrads ofwel twaalf bloedrode manen. In de Bijbel staan beide getallen voor volledigheid, compleetheid. Daarnaast staat het getal twaalf tevens voor eenheid van Gods volk Israël.
Welke gebeurtenissen staan Israël en de volken te wachten? De tijd zal het leren. Voor Israël zullen het gebeurtenissen zijn die enerzijds het proces van eenheid en herstel van het land en het volk, zoals door God bij monde van de profeten is beloofd, zullen versnellen. Anderzijds zullen het ontwikkelingen zijn die ervoor zorgen dat Israël nog meer alleen komt te staan in de volkerenwereld. De politieke en diplomatieke druk op de Joodse staat zal toenemen, net als de oorlogsdreiging van de (islamitische) vijanden rondom. Maar God Zelf zal de wacht betrekken en Zijn land beschermen tegen doortrekkende legers. Hij Zelf waakt over Zijn land en volk met eigen ogen (Zacharia 9:8).
‘Dan zal Ik tekenen geven aan de hemel en op aarde: bloed en vuur en zuilen van rook, de zon verandert in duisternis en de maan in bloed. Dan komt de dag van de HEER, groot en ontzagwekkend. Dan zal ieder die de naam van de HEER aanroept ontkomen: op de Sion, in Jeruzalem, is een toevlucht te vinden, zoals de HEER heeft beloofd; ieder die Hij roept zal worden gered.’(Joël 3:3-5)
Zullen de Europese en Amerikaanse Joden, net als de Russische Joden twee decennia geleden, ook massaal alija(moeten) gaan maken? Worden Judea en Samaria, het hartland van het Bijbelse Israël, officieel geannexeerd? Zal de Sion weer zichtbaar de plaats worden waar Gods heerlijkheid troont?
Voor de volken die zich tegen God en tegen Zijn oogappel Israël keren belooft het daarentegen niet veel goeds.
‘Ik zag, toen het zesde zegel verbroken werd, hoe er een zware aardbeving kwam. De zon werd zwart als een rouwkleed en de maan werd bloedrood. De sterren vielen op de aarde, zoals late vijgen die door een stormwind van de boom worden gerukt. De hemel scheurde los en rolde zich als een boekrol op. Geen berg of eiland bleef op zijn plaats. Koningen, machthebbers, legeraanvoerders, rijken, aanzienlijken, slaven en vrije mensen, iedereen trachtte zich te verbergen in grotten en tussen de rotsen in de bergen. Ze riepen de bergen en de rotsen toe: ‘Val op ons neer! Verberg ons voor het oog van Hem die op de troon zit en voor de toorn van het Lam! Want nu is de grote dag van Hun toorn aangebroken, en wie kan die doorstaan?’(Openbaring 6:12-17) ‘Dan zullen er tekenen zijn aan de zon en de maan en de sterren, en op aarde zullen de volken sidderen van angst voor het gebulder en het geweld van de zee; de mensen worden onmachtig van angst voor wat er met de wereld zal gebeuren, want de hemelse machten zullen wankelen.’ (Lucas 21:25-26)
Als je goed luistert, kun je de voetstappen van de Messias al horen …!
Wij gaan een ongekend spannende en stormachtige tijd tegemoet. Steeds meer wachters zullen hun positie innemen en naar Jeruzalem afreizen!
Veelvuldig zijn de verhalen rondom de kerst over de engelen. We zien vaak in oude kerken of op kerstkaarten beelden van engelen. Dit zijn dan van de mollige babyfiguurtjes met krulhaar en rode wangen. Het lijk heel schattig en onschuldig. De Bijbel schets ons echter een heel ander beeld van de engelen. Vele malen verschijnen engelen als volwassen mannen maar ook als strijdende soldaten. Zo worden er ook verschillende soorten genoemd. We lezen over Cherubs, Serafs en Aartsengelen. De brief aan de Hebreeën, de Messias gelovende Joden, spreekt over de engelen als dienende geesten om de gelovigen bij te staan. We lezen van engelen die in koor als een hemelse leger door de luchtruin trokken bij het geboorte van onze Here. We lezen over de engelen die als boodschappers aan Josef verscheen om het kindje naar Egypte te brengen. We lezen over engelen die kwamen om Jezus, Petrus, Johannes, Paulus en andere discipelen bij te staan. De betekenis van het woord engel in Grieks en Hebreeuws is boodschapper. We vinden een vergelijking van het werk en de positie van de engelen ten opzichte van Jezus Gods Zoon. Dan komt er een wezenlijke verschil naar voren. Jezus is geboren en ieder die in Jezus geloof krijgt een plaats om later ook over de engelen recht te spreken.
Bij het lezen en mediteren in het boek Deuteronomium was ik verbaasd en verrast over de diepe betekenissen en lessen uit deze geweldige onderwijzen van Mozes. Er is niemand in de het oude Testament die zo intiem in een vriendschapsrelatie met God heeft omgegaan. Mozes heeft de heerlijkheid van God op verschillende momenten ervaren. De ervaringen leiden tot een diepe verlangen naar meer en meer van de heerlijkheid van God de Vader. Hij kreeg te zien wat geen ander levende mens ooit heeft gezien. God toonde aan Mozes zijn eigen modelverzameling! Mozes zag het model van de Tabernakel, met alle instrumenten. Het moest de vorm aannemen van een kruis. Telkens moest het bloed van de offers op specifieke plaatsen gesmeerd en gestort worden. Allemaal beelden die vooruitwijzen naar het kruis van Golgotha.
Heerlijk om dat te ontdekken in het Oude Testament. Wat mij echter raakte was dat elke keer bij de offers en dienst aan God een vereiste was dat Hij met vreugde gediend moest worden. Je moet je verheugen voor de aangezicht van de HERE uw God. Zeven maal in Deuteronomium wordt de uitdrukking herhaald “Gij zult u verheugen voor de aangezicht van de HERE uw God”. Het Hebreeuwse woord wat wij vertalen met verheugen staat vertaald in de Lutherse vertaling met “feestvieren” . Uitbundig van vreugde bewegen voor de aangezicht van God en geld voor alle gevallen: Wanneer men verschijnt om gaven te geven uit dankbaarheid. Wanneer men komt om schuld te belijden en een schuldoffer te brengen. Wanneer men komt om de drie grote feesten te vieren. Wanneer Gods volk komt om in Zijn tegenwoordigheid te verschijnen was de opdracht: Vreugde, blijdschap, feest en dansen voor Zijn aangezicht.
Ik heb het nooit zo begrepen. Vanuit mijn achtergrond moest men zich stil houden voor God. David werd een man naar Gods hart genoemd. Ik geloof dat hij die opdracht vanuit de laatste woorden van Mozes ter harten heeft genomen, en het ook uitbundig in praktijk heeft gebracht.
Mijmerend en mediterend was de vraag in mijn hart. Hoe Vader? Hoe wild U dat wij het grootste offer ooit gebracht zal vieren voor uw aangezicht?
We zien uit naar geweldige fijne dagen komend weekeind met elkaar!
Vijf jaar later! Wat een geweldig voorrecht en een wonder. Op het moment dat we biddend vastend bezig waren te zoeken naar een gebouw in Amstelveen, sprak de Here heel duidelijk tot me: “Maak een optrekkende Beweging” Toen kwamen we in contact met het Karwei.
God blijft getrouw. Vijf jaar bestaan en nu de grote uitdaging om in geloof Gods plan ten uitvoer te brengen. Ik ben gaan onderzoeken waar het getal vijf in de Bijbel voor staat. Het getal vijf komt in de Bijbel maar liefs 381 keer voor. Er zijn wel verschillen tussen de vertalingen zo komt het in de NBG meer malen voor dan de Herziende Statenvertaling. Vijf is het getal van de “Genade”. Het getal komt veelvuldig voor bij het bouw van de tabernakel, in veelvouden van vijf . Het brandofferaltaar voor de vergeving van zonden was vijf bij vijf, de heiligdom werd gescheiden door een gordijn aan vijf pilaren. De bedekking van de tabernakel aan de binnenkant bestond uit vijf tentkleden bevestigt aan vijf anderen. De tabernakel spreekt van Gods tegenwoordigheid en genade.
Zo heeft God de mens ook geschapen met vijf vingers en vijf tenen. Een teken van de eigen verantwoordelijkheid voor de daden. Ieder is verantwoordelijk voor wat hij of zij heeft gedaan. Zo werden ook de offers met de hand gebracht om weer goed te maken wat fout is gegaan. We lezen dat de oudsten van elke stam; vijf rammen vijf bokken en vijf eenjarige lammeren als vredesoffers brachten. Vijf wijze en vijf dwaze maagden, vijf woorden om te begrijpen 1Kor14:19
De verantwoordelijkheid van de mens stopt nooit, zo werden het volk geconfronteerd met de vijand in het beloofde land. Vijf koningen die zich verenigden tegen Israël. Jozua leidde de strijd en aan het eind moest elke soldaat zijn voeten zetten op de nekken van de vijf koningen als teken van de overwinning. Omdat het volk niet zijn erfenis in bezit nam en in geloof stond, kwamen de vijf steden aan de kust in de handen van de Filistijnen. Hiertegen werd eeuwen lang gevochten.
God heeft echter een belofte gegeven indien we in geloof handelen en verantwoordelijkheid durven te nemen: “Vijf van u zullen honderd achtervolgen, en honderd van u zullen tienduizend achtervolgen, en uw vijanden zullen voor uw aangezicht door het zwaard vallen.” Lev. 26:8
Vijf broden gegeven in de handen van Jezus waren genoeg om vijfduizend te voeden.
Als we dat laatste op ons laten inwerken hebben we een taak en verantwoordelijkheid naar de toekomst maar ook geweldige beloften om gaven en talenten broden en vissen vermenigvuldigd te zien worden en geloofsoverwinningen te behalen.
Ebenhaezer: Tot hiertoe heeft God ons geholpen, Hij zal ook in de toekomst ons verder geleiden.
Terugkijkend naar Pasen springt er maar een ding eruit. Geloof! We lazen van Johannes dat hij de windselen zag, ook Petrus en Maria zagen het. Johannes geloofde echter. Hij geloofde dat Jezus was opgestaan uit de dood. In het Markus Evangelie lezen we dat Jezus aan de elf apostelen verscheen “en Hij verweet hen hun ongeloof en hardheid van hart.” Het evangelie, dat is het goede Nieuws van God vraagt altijd geloof. Twijfel heeft geen waarde in het koninkrijk van God. Petrus spreekt over geloof dat veel kostbaarder is dan goud. Voor de gemeente van Christus is een keuze, we kiezen ervoor om in geloof te staan, vanuit geloof te leven, en diegenen die niet of nog niet geloven te helpen om beter te kunnen geloven. Geloof vraagt altijd een offer van ons hart. Jezus sprak ook over de hardheid van het hart. Hardheid van hart verhinder ook het werk van de Heilige Geest. Daarom bij twijfel meebidden met de vader die riep. Ik geloof Here maar kom mijn ongeloof te hulp.
Hoe kunnen we geloof bouwen? Door ons te richten op het woord van God. Ga eens voor jezelf opnieuw de verhalen van Jezus lezen. Neem het woord serieus, peins of neem tijd om er over na te denken. Dan bemerkt je vanzelf dat het geloof gaat groeien. Want geloof komt door het Woord van God.
Israël heeft de feesten altijd uitbundig gevierd. Dat begint al
in het voorjaar met Pesach. Pesach is niet ons Pasen, maar ons
Goede Vrijdag. Want op Pesach werd het Lam geslacht. Een lam dat
drie en een halve dag onder het volk was geweest. En dat had als
betekenis: het lam was in het huis van een Joods gezin, om
“beproefd te worden of er iets verkeerds aan was”. Zo heeft ook
Jezus drie en een half jaar onder het joodse volk gewoond. En in
die tijd kon iedereen Hem beproeven of er iets zondigs in Hem
was. Jezus bleek in alles zonder vlek of rimpel te zijn. Daarom
kon Hij ook het Lam zijn dat onze zonden wegnam.
Toen stierf Jezus op Golgotha. Ik heb me er wel eens over
verwonderd waarom Jezus na de kruisdood niet onmiddellijk van het
kruis afkwam om te laten zien dat Hij God was. maar Jezus volgde
helemaal de Joodse traditie. In de Joodse traditie n.l. werd het
hel huis doorzocht of er iets bederflijks was, iets dat aan
gisting onderhevig was. Onze grote schoonmaak is daarvan
afgeleid. Als ze iets vonden dat aan bederf onderhevig was, werd
dat in een doos gestopt en in de grond begraven. Zo is Christus
begraven, om alle zonden volledig in de dood te brengen. Voelt u
hoe de feesten van Israël ons nu nog kunnen aanspreken?
Daarna kwam het feest van de eerstelingen, en dat is het feest
van Pasen, de Opstanding. Christus was de eersteling die opstond
uit de doden, en daarna in het glorielicht stond. Vijftig dagen
daarna wordt het Pinksteren. na de uittocht uit Egypte hebben
volgens de rabbijnen de Israëlieten door de woestijn gezeuld, tot
ze bij de Sinaï kwamen. Op die plaats komt Mozes met de wet naar
beneden van de berg. Maar het volk danste om het gouden kalf, en
er stierven op die dag drieduizend. Maar als op het Pinksterfeest
in Jeruzalem Petrus het evangelie verkondigt aan allen die in
Jeruzalem zijn, worden drieduizend Joden tot nieuw leven gebracht
in de Geest. “De wet verdoemt, maar de Geest maakt levend.”
Tenslotte komt er de cyclus van drie feesten in de zevende maand.
Het feest der bazuinen luidt in dat mensen tien dagen lang
nadenken over hun zonden. Het is een tijd van diepe inkeer die
eindigt in Yom Kippur, de Grote Verzoendag. Dan gaat de priester
de tempel binnen en sprengt het bloed op het deksel van de ark en
iedereen van het volk mag vergeving ontvangen. Weet u dat het
feest van Yom Kippur, wat zo ’n ernstige feest is, eindigt met
een enorme jubel, want het volk weet dat z’n zonden vergeven
zijn. Daarom kun je geweldig vreugde bedrijven, omdat de schuld
is weggedaan.
HET FEEST VAN DE TOEKOMST
Na Yom Kippur begint het feest van Sukoth, het feest van de
Loofhutten, en dat is het feest van de toekomst. Wij weten daar
nauwelijks raad mee als christenen. Wij kennen na Pinksteren
alleen nog maar kerst. Sukkoth, het Loofhuttenfeest, is de
afsluiting van een bepaalde tijd.Alle noten, vijgen, druiven,
gerst, haver, tarwe en alle verdere vruchten zijn binnen
gehaald. Nu wacht men op een nieuwe tijd.
Het Loofhuttenfeest is het feest van de volkeren, voor u en voor
mij en Israël samen, om de Messias te gaan verwachten. Pasen is
een tijd om met Hem te sterven. Pinksteren is de tijd voor de
heer om zijn Geest te geven, en Loofhuttenfeest is de tijd om Hem
te verwachten. Sukkoth is een kleurrijk en blij feest. Er zijn
vele emotionele uitbarstingen in Jeruzalem. De Vreugde der Wet,
Simchat Thora, is er een onderdeel van. Dan dansen ze met de
wetsrollen in de armen door de straten. Ik herinner mij, dat toen
ik voor de eerste keer als gereformeerde man in aanraking kwam
met het Volle Evangelie, de spreker vroeg de mensen om hun Bijbel
omhoog te steken. Ik vond het erg moeilijk. Moet je zoiets nou
doen? Maar toen ik in Israël kwam zag ik dat mensen veel meer
doen dan allen de Bijbel omhoog steken. Zij dansen er mee door de
straten. Al die mensen hebben vreugde en hoop op de toekomst,
omdat ze eens met de Messias zullen zijn in het nieuwe Jeruzalem.
Ze wachten op een nieuw seizoen. Op een tijd waarin het zal zijn:
Christus(Messias) alles in allen. Jezus vond het Loofhuttenfeest
belangrijk. In Johannes 7 staat hoe hij eerst niet wilde gaan
naar het feest, zelfs zijn eigen broeders geloofden niet in Hem.
Maar op het heilige moment van het feest, op het moment waarop de
priester de gouden kan met water uit Siloam uitgoten bij het
altaar, op dat stille moment, hoor je opeens een krachtige stem
spreken: “Indien iemand dorst heeft die kome tot Mij en drinke,
en stromen levend water zullen uit zijn binnenste vloeien”. Jezus
sprak; hij wees naar Jesaja 12 waar staat dat we met vreugde
water zullen scheppen uit de fonteinen van heil.
Loofhuttenfeest is een moment in de tijd. Joden hebben nooit
geweldige gebouwen gehad, ga maar kijken in Israël. Ze hebben
geen monumenten waarvoor je neer kunt knielen. Maar Joden leven
in de verwachting van de Messias. Sommige staan soms twee uur
lang bij de Klaagmuur te bidden “Messias Kom! Messias Kom!….”
En wij mogen dat met hen bidden en roepen:”Maranatha! Jezus kom!”
DE VREUGDE VAN DE WET
Vreugde der Wet is de laatste, de achtstedag van het
Loofhuttenfeest. Toen men een rabbijn vroeg waarom een achtste
dag was toegevoegd, zei Hij:”God is als een Koning, die zijn
kinderen uitnodigt voor een feest”. Wie zoiets hoort, begrijpt
dat de Joden weet hebben van het mysterie van de komst van de
Messias, van het geheim van de vereniging van de Messias met
zijn volk. Een vereniging, die zal zijn als een bruiloft.
Op het feest Vreugde der Wet wordt n.l. de Thora, de wetsrol
rondgedragen onder een baldakijn, de chupah, die allen bij
trouwerijen wordt gebruikt, net alsof er een bruiloft aan de gang
is. Nu is het merkwaardige dat de Thora, “de bruidegom van het
feest” wordt genoemd. Alsof God als Bruidegom naar zijn volk
toekomt. De Thora is het beeld van Jezus Messias, die de wet
heeft vervuld, en die komen zal om zijn bruid te werven, en onder
zijn volk zal wonen, zal tabernakelen (Johannes 1).
Tijdens deit feest kwam de Joden Jezus vragen”wie bent u echt: De
Joden kwamen om Hem heen staan en vroegen: “Hoe lang houdt U ons
nog in spanning? Als U de Christus bent, zeg het dan!”
(Johannes 10:22-24). NU wilde zij het weten? Is de toekomst al
aangebroken. In Openbaring staat: de tent, de loofhut of suka,
van God is bij de mensen. God komt onder de mensen.Hij nodigt uit
tot die maaltijd. Hij wil dat we toekomstverwachting, hoop hebben
om eens bij Hem te zijn.
Daarom houdt God van feesten.
Afscheid nemen van vreemdelingschap
De laatste fase van mijn reis is aangebroken. De laatste afspraken en zo vaak mogelijk even tijd nemen om een kopje koffie te gaan drinken met mijn moeder. Dit blijft altijd de moeilijkste gedeelte van enige reis. Er komt altijd weer dat moment van weggaan . Niet weten wanneer je elkaar weer gaat zien. Het leven is een reeks van momenten van afscheid nemen. Nieuwe dingen worden met de tijd oude dingen, en dan komt het moment afscheid nemen van oude dingen. Niemand van ons is ons leven zeker. Niemand van ons weet wat echt in de toekomst voor ons is weggelegd. Onze leven en toekomst ligt in de handen van God onze hemelse Vader, Hij biedt zekerheid dat over de dood zich uitstrekt. Er is een leven na de dood, een leven in heerlijkheid waarin wij de Vader en Zijn Zoon Jezus mogen ontmoeten van aangezicht tot aangezicht. Dat moment dat we elkaar in de ogen mogen kijken. Wat een dag zal dat zijn. Daar verlang ik naar met heel mijn hart
Voor het leven hier blijft het de uitdaging om te leven met de rechte prioriteiten. Want alles wat nu nieuw en dringend kunnen zijn is ook aan tijd onderhevig, en komt er weer het moment van afscheid nemen.
In de dagen voor zijn kruisiging heeft Jezus zijn discipelen voorbereid op zijn afscheid: “Jullie moeten je niet zo laten verontrusten. Jullie geloven in God; geloof zo ook in Mij! In het huis van mijn Vader zijn vele woningen want Ik ga heen om voor je plaats te bereiden” Joh 14:1,2. Zij waren verdrietig met het oog op het onbekende van zijn vertrek. Afscheid nemen blijft moeilijk. Het word deel van je leven. De laatste momenten met mijn moeder samen, in het tehuis waar ze nu zit. Werd ik geconfronteerd met de vraag. Hoeveel keer moest zij in haar leven afscheid nemen. Afscheid nemen van haar jeugdvriendje, mijn vader na meer dan zestig jaar samen. Afscheid nemen van zo veel vrienden en kennissen door de jaren heen. Telkens weer nemen we afscheid. niet zeker wetende of we elkaar hier ooit weer hier mogen zien. Wel echter afscheid nemen in de zekerheid en de wetenschap dat we elkaar weer zullen ontmoeten, herkennen en zien in het Vaderhuis als deel van Zijn gezin. Geen vreemdeling meer! Want het is volbracht door Jezus aan het kruis! “Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God.’ Ef.2:19